mardi 7 août 2018

Trois jours et je vous donne un monde




Ik ben te lang gebleven zonder nieuws te geven. Nu doe ik het!
Het laatste verhaal ging over de 20 km van Brussel… daarna hebben we iets fijns kunnen doen, Bénédicte heeft het verteld in haar vorige tekst: we zijn een week in de Provence geweest. Een neef heeft zijn vakantiehuis vernieuwd en ook aangepast voor mensen in een rolstoel! Niet speciaal voor mij hoor; de bedoeling is het huis aan meer mensen te kunnen verhuren. We hebben wel tips gegeven voor de slaapkamer, de badkamer, enz… We waren wel de proefkonijnen (vooral ikke!), en het is perfect geweest! Zelfs het zwembad was aangepast! Ik ben ook aan het stuur gebleven de hele rit (970 km), met af en toe een pauze (voor diverse vloeistoffen in-of-uit). Eerste keer in 4 jaar dat ik buiten Belgïe ging: ook een uitdaging… Kon ik nog spreken gelijk ze dat doen in Frankrijk? (veel eindigen hun zin met “putain, con, merde, …”).
Ik probeer hier en daar Bénédicte te helpen, maar ik word het beu om bijna niets te kunnen doen in de keuken! Een gewone afwas duurt 4 keer meer dan normaal, en mijn mouwen zijn nat tot aan de elleboog. Ik kan niet kalm blijven als we praten over de tegenpartij.
Een postkaart van vorige WE: ik ben met Bernard (mijn broertje) naar de 24 u van Francorchamps geweest. Het plezier om tussen broers te zijn, een frietje samen eten, en een wafel, en het geluid van de motoren! Ik herken geen Ferrari en een Maserati, of een Buggati… geen belang: we waren samen, als twee kinderen die plezier hebben. We hebben ingangen gekregen dankzij Mathieu, een goeie vriend die behoort tot deze wereld. Toffe momenten samen. Om binnen het circuit te komen zijn er strenge controles: “Rugzak openen aub mijnheer” Alleen mijn broer… Ik niet! Ik zei tegen de controleur “Een gezicht van een gehandicapte is heel anders dan een gezicht van een terrorist, hé?” Hij heeft niet gelachen. De dag erna kwam ik terug (tja, ik ging terug thuis slapen). Een ander controleur zei mij dat ik niet binnen mocht met de Swisstrac en toonde mij een pictogramme van “geen fiets binnen”. Ik zeg dat een fiets 2 wielen heeft, en ik heb er 6… Niks willen weten…. Maar… het was een jonge student, afkomstig uit Afrika. Duidelijk met veel humor. Ik ging hem zeggen dat ik klaar was om een matabich te betalen juist wanneer hij begon te lachen en zei dat ik mocht door gaan. In Francorchamps is het stillekes aan’t evolueren: rolstoelen kunnen bijna overal (liefst met een Swisstrac, want de hellingen zijn straf!). Er zijn nu vaste gebouwen met toiletten, ook voozien voor rolstoelgangers. Zaterdag wouw ik er een proberen. Beeld U in: een deur, dan een kleine hall met links voor mannen en rechts voor vrouwen. De 2 deuren (links en rechts) blijven open tegen de muur tegenover de ingang. Ik vraag waar de toilet voor rolstoelgebruikers is, want ik zie niets. “Achter de deuren die open zijn is er een deur, maar het is normaal dat u ze niet zie. Oh, ja, ik moet eerst al ons kuismateriaal verhuizen, anders kunt u niet gebruik maken van het toilet. Excuseer mijnheer!”. In een paar seconden wordt alles geduwd onder en rond de lavabo. Voilà, ik mag binnen! ‘T is proper, maar nipt. Ik heb alles kunnen doen, met speciaal zorg voor hygiëne (publieke toiletten… hum…). Ik wil het zakje spoelen, maar de lavabo is niet meer bereikbaar. Ik duw alles als een Caterpilar, met mijn voeten naar een andere kant: karton met producten, emmers, borstels, …  De lavabo is nu vrij. Ah ah ah… geen water! Dus ik zal alles weggooien: sonde, handschoenen, doekjes, zakje. Hé hé hé… geen vuilbak! Potferdekke! Ah, maar, in de rommel die ik pas weggeduwd heb is er een rol vuilniszakken. Oef. Ik neem er één, zet al mijn brol erin. Ik laat die naast het toilet, voor de volgende. Nu moet ik eruit: ik duw de deur, die vast blijft want mijn deur komt tegen de twee andere deuren, van mannen en vrouwen, die terug open zijn. Iemand hoort het en komt vriendelijk alles deblokkeren. We lachen. Dat was zaterdag.
Einde van het verhaal? Nee…
Zondag kom ik terug op dezelfde plaats, voor dezelfde reden. “Oh, mijnheer, ik ga vlug ons materiaal verschuiven! ‘T is hier, achter de twee deuren die ik effekes zal toe doen, dan kunt u binnen”. Anderen mensen, anderen manieren om alles te verplaatsen. Kartonnen achter het toilet, borstels tegen de lavabo, enz… Ah! Mijn vuilniszak van gisteren is er nog! Tiens, nieuw materiaal vandaag: laders voor GSM, en een tablet. De operatie zelf gebeurt heel goed, als gisteren. Alles in de vuilniszak, zonder naar de lavabo te gaan. Ik heb een fleske alcoolgel mee, tis genoeg. Een beetje duwen tegen de deur, een vriendelijke onbekende helpt mij… Ik ben vrij! Buiten vraag ik aan de jobstudenten als er veel rolstoelen gebruik maken van deze toilet. “Nee, juist een gisteren.(tijdje stil…) Ah u was het mijnheer!
Een paar uren later is de course gedaan, ik ga terug naar de parking. De ingang is nu een uitgang geworden. Minder controle, maar in plaats van een grote ouverture is een serieus hek toe. In het hek zelf is er een deur open. Dus een per een kunnen de mensen weg. Maar, maar… die deur komt niet tot tegen de grond: een dertigtal cm boven, met een trap. De jonge juffrouw die controleert zegt mij dat ik niet zal kunnen doorgaan. Ik antwoord dat we hetzelfde denken. Waar kan ik weg? “Er is een uitgang voor voertuigen 300 m ver van hier, dan een toertje van 500 m en u komt aan uw auto (die 20 m ver van hier is)”. Ok, ik ga proberen. Ik ik bied me aan de controle een beetje verder. “Ah, mijnheer, hier is het voor de voertuigen, U mag hier niet langs! U moet bij de voetgangers 300 m ver van hier.”  Waalse humor? Nee: ik weet wat het is! Deze studenten zijn op stage “Belgïe leren beheren”…

Andere postkaart: begin juli zijn we een fietstocht gaan doen, Bénédicte en ik. We vertrekken langs een straat die ik weinig gebruik, omdat het begint met veel schokken (wegdek echt niet aangenaam). Ik heb het niet gevoeld, maar ik was helemaal scheef in mijn rolstoel. Na 25 km komen we terug. En pas ‘s avonds ziet Bénédicte dat ik een serieuze blaar heb op de zijkant van mijn bil: 8 cm lang. We zijn nu een maand later en tis nog niet genezen. We zijn begonnen met een nieuwe zalf, met honing… Zullen zien als het vlugger geneest.
Ik ben ongeveer 4 maanden gebleven met een blaasinfectie… Antibiotica genomen zonder effect, behalve vermoeidheid. Nu gaat het veel beter in drie dagen tijd dankzij homeopathie. Ongelooflijk!
Ik ben blij dat ik deze tekst in de taal van Suske en Vondel heb kunnen schrijven. Jullie zijn even veel aan’t lezen in het Noorden dan in’t Zuiden. Ik doe het te weinig, sorry! Altijd schrik om fouten te schrijven…

Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire